Source: Quote
Deze maand waait in Quote een frisse wervelvind uit de veelbelovende startup-hoek. Chris Hall, oprichter van onlinebeeldbank Bynder, vertelt over de nabij zijnde ‘unicorn’-waardering van één miljard - ‘Dit is het ultieme businessmodel. We printen geld.’ – en zijn hemeltergende ambities. ‘Wij hebben de kans om een Slack of Google te worden. Ik wil in dat rijtje komen, dat kan gewoon.’
Ongrijpbaar, dat is het voornaamste kernwoord waarmee de van origine Rotterdamse start-up Bynder en haar bedenker Chris Hall mee omschreven worden. De inmiddels in Amsterdam hoofdkwartier houdende IT-onderneming laat zich het best omschrijven als een onlinebeeldbank voor bedrijven. De 38-jarige geboren halve Brit Hall omschrijft zichzelf als een kameleon. ‘Ik kan moeiteloos mijn Engelse accent aanpassen aan de omgeving. Kan ik niks aan doen.’
Vorig jaar wist Hall €20 miljoen los te peuteren bij het durfkapitalistenfonds Insight Venture Partners. Die met champagne doorweekte dag duidt hij nu aan als het moment waarop ‘ik in feite mijn leven heb weggetekend’. Maar de enorme druk om te presteren legt Hall zich van nature zelf op. Hij is dan ook zelfverzekerd genoeg om de mythische bedrijfswaardering van één miljard – de zogenaamde ‘unicorn’-status – te behalen. ‘Het gaat gewoon gebeuren, bij de huidige groei binnen twee jaar.’
Mogelijke beursgang en vermogende blaatapen
In het deze week gepubliceerde portret in Quote kijkt Hall alvast verder, sans gêne. Zijn grootste ambitie? ‘De beurs is de ranglijst voor het bedrijfsleven, dus mijn ultieme droom is een IPO. Dat is volgend jaar al mogelijk, maar dan ga ik wel naar Amerika. Het hoogst haalbare in deze business is je logo op een grote banner bij de stier op Wall Street.’ Een wens die hem tegelijkertijd confronteert met een enorm probleem. ‘Ik wil geen CEO zijn van een beursgenoteerd bedrijf. Ik merk nu al dat de omslag van entrepreneur naar CEO lastig is; vooral grote groepen managen is heel moeilijk. De kans dat ik de bottleneck word in deze operatie is best groot. Dat is een hard gelag.’
Een eventuele verkoop van Bynder aan een andere partij ziet hij niet zitten. ‘Het kan altijd dat een concurrent dat wil, maar dat is toch betalen om een bokswedstrijd te verliezen. Terwijl ik wíl winnen.’ Maar waar Hall pas echt niet tegen kan zijn, in zijn woorden, ‘vermogende blaatapen’. Hoewel hij stiekem droomt van een notering in de Quote 500, wordt de miljonair-medemens doorgaans liever gemeden. ‘Ik ga geen namen noemen, maar tussen de jongens in jullie blad zitten een paar enorme paardenlullen, die geen moer om mensen geven en zich heel wat voelen met een miljoen of twintig. Vaak hebben ze dat niet eens echt.’