Uit onderzoek is gebleken dat 85% van de marketing en sales afdelingen elkaar niet mogen. Sales ziet marketing als “wijsneuzen en betweters” en soms zelfs als “irrelevant”. Anderzijds zien marketeers sales mensen als “simpele zielen”, “incompetent” en bovenal lui.
Marketing en sales zijn in zekere zin broer en zus; ze kunnen niet met, maar ook niet zonder elkaar. Ze zijn twee kanten van dezelfde medaille, dit weten ze zelf maar al te goed. Je zou denken dat dit ervoor zorgt dat ze goed met elkaar overweg kunnen. In tegendeel; het gevoel dat ze niet zonder elkaar kunnen versterkt juist de rivaliteit. Zonder de sales afdeling heeft de marketing afdeling niemand om de leads op te volgen. Anderzijds krijgt de sales afdeling veel minder leads binnen zonder de marketing afdeling.
Wat betekent dit voor creatieve marketeers en gedreven sales mensen? Beiden moeten simpelweg begrijpen dat samenwerken de sleutel is tot succes.
Marketing en sales moeten stoppen met de rivaliteit en de hand in eigen boezem steken. In plaats van tegen elkaar te werken moeten ze energie steken in de onderlinge sales/marketing relatie. Een goede relatie zorgt ervoor dat marketing echt werkt, waardoor ook sales beter tot z’n recht komt.
Als marketeer heb ik de afgelopen jaren geleerd dat het onmogelijk is effectief te werken zonder input van sales. Marketeers weten over het algemeen niet hoe ze de klanten moeten benaderen. Ze weten niet hoe het is om naar klanten te gaan om een product te verkopen. Marketeers zijn creatief en minder verkoopgericht dan sales.
Voor sales is het daarentegen onmogelijk om echt goede marketing materialen aan te leveren omdat ze die kwaliteiten niet hebben. Zij komen tot hun recht door te verkopen en niet door marketing materialen te creëren. Dit is het lastigste punt in de relatie: je hebt de ander nodig, om zelf goed tot je recht te komen.
Marketing en sales moeten elkaar niet tegenwerken maar juist samenwerken!
Use your (sales) force!
P.S. Wat zou er gebeuren als je de branding afdeling erbij zou halen?
Zie branding als de stoere neef die langskomt en de kibbelende broer en zus uit de brand helpt. Hij leent ze z’n BMX en leren jas, zodat zij indruk kunnen maken op hun vrienden. Het kibbelen is voorbij, alles is weer goed.